Beschrijving
“Laat het duidelijk zijn dat het afleggen van de eed en een louter lippenbelijdenis nutteloos is, indien het niet vergezeld gaat met overtuiging in het hart en het toepassen ervan door goede daden. (…) Laat men ook begrijpen dat wanneer Allah zegt dat Hij veiligheid schenkt aan degenen die toevlucht hebben gezocht in mijn huis, Hij die mensen bedoelt die mij volkomen gehoorzamen en degenen die mijn geestelijk huis zijn binnengetreden. Allah verwijst niet naar die mensen die toevlucht hebben gezocht in mijn wereldlijk huis dat uit stukken hout en stenen bestaat.”
Hazrat Mirza sahib presenteert vervolgens de zuivere leer van de Heilige Koran en de soenna om de kernpunten ervan aan de lezer over te brengen. Hij behandelt de Eenheid van God en menselijke kennis en het concept van God, en de kennis van en volkomen gehoorzaamheid aan de Profeet Mohammed (vrede en zegeningen van Allah zij met hem). Deze verhandeling is feitelijk een distillaat dat als het ware in boekvorm gegoten is. Het is vrijwel onmogelijk om het hier samen te vatten, of om recht te doen aan de kracht en schoonheid van deze uiteenzetting. De lezer zij verwezen naar het oorspronkelijke boek. Hazrat Mirza sahib heeft ook de leden van zijn Djama’at [Beweging] sterk aangespoord om vroomheid na te streven en zich goede zeden eigen te maken. De passages waarin hij de Grootheid van Allah beschrijft en zijn discipelen aanspoort Zijn nabijheid te zoeken, kennen hun weerga niet in sublimiteit.






